De NIO vult feitelijke schoolprestaties aan met mogelijke schoolprestaties. 

Een eindtoets en de volgsysteemtoetsen die de leerling in de groepen 3 t/m 8 maakt, zijn schoolvorderingentoetsen. Deze meten wat een leerling in acht jaar onderwijs op school heeft geleerd: de feitelijke schoolprestaties van het kind. De NIO is een intelligentietest: deze meet wat uw kind ‘in huis heeft’, wat zijn of haar capaciteiten zijn. De NIO geeft dus een advies op basis van de mógelijke schoolprestaties van uw kind.

De feitelijke en mogelijke schoolprestaties zijn twee verschillende invalshoeken, die elkaar aanvullen en samen een betere, realistischere en bredere kijk geven op de mogelijkheden van uw kind. Voor een totaalbeeld wordt  dus ook intelligentie meegenomen in het advies.